EEN WATERTOREN IN DE BELCRUM

De bouwdatum
Breda beschikt sinds 1893 over een waterleidingnet. Het water werd opgepompt in een pompstation bij Dorst en op druk gehouden door de watertoren in het Wilhelminapark. In de jaren dertig van de twintigste eeuw was het waterverbruik echter zo toegenomen dat een tweede watertoren nodig bleek. In 1935 was de realisatie van de tweede watertoren een feit. De toren is één van de grootste van Nederland, groot genoeg om de ambitieuze stedelijke uitbreiding van Breda ten noorden van de spoorlijn verder te ondersteunen..

De architectuur
De watertoren in de Belcrum is niet slechts een utilitair bouwwerk, een waterbak op poten, maar is ook bijzonder fraai van uiterlijk. Aan de architectonische vormgeving en aan de inpassing in de omgeving is zeer veel aandacht besteed. Dit was overigens niet altijd naar de zin van de toenmalige directeur van de Lichtbedrijven en Waterleiding, die in het belang van de waterleiding aandrong op spoed. Hij had maar weinig oog voor de ‘architectonische en andere belangen, die voor het waterleidingbedrijf van geen waarde zijn’.
De constructie van de nieuwe watertoren werd ontworpen door ir. J.H.J. Op den Oordt, civiel ingenieur bij Openbare Werken in Breda. De esthetische vormgeving was een product van de directeur van Openbare Werken zelf, P.A.H. Hornix. Waarschijnlijk beschouwde Hornix de watertoren in de Belcrum als zijn belangrijkste werk. ‘Het architectonische van de opdracht trok mij bijzonder aan’, zo schrijft hij in zijn artikel over de bouw van de watertoren.

Volgens de Amsterdamse school…
Het merendeel van de in de negentiende eeuw en tot aan de Eerste Wereldoorlog gebouwde Nederlandse watertorens is ontworpen in een eclectische bouwstijl, met bakstenen muren, siermetselwerk, smeedijzeren muurankers, kantelen boven op de toren als ware het een middeleeuwse kasteeltoren. De toren in het Wilhelminapark is hier een goed voorbeeld van. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog verschenen de eerste betonnen constructies. In de jaren twintig verrezen in West-Brabant dergelijke watertorens, onder andere in Zevenbergen, Etten en Raamsdonksveer. De toren van Hornix lijkt qua stijl heel veel op de watertoren van Schimmert, die ontworpen werd door Jos Wielders in 1927. Hornix heeft deze toren inderdaad persoonlijk bezocht.

De vormgeving van de Belcrumwatertoren mag gerekend worden tot de Amsterdamse School. Deze richting in de Nederlandse bouwkunst tussen 1913 en 1930 kenmerkt zich door een bijzonder plastische vormgeving van de diverse vlakken. De baksteen is niet slechts bouwmateriaal voor muren, maar wordt als muur tot de gewenste decoratieve vorm gebogen, aldus Haslinghuis. Decoratie is binnen de Amsterdamse School erg belangrijk.
De hoogte van de Belcrumwatertoren is slechts tweemaal zijn breedte, namelijk 42 meter. Hornix vond dit een weinig voordelige verhouding om ‘een watertoren te ontwerpen, die een behoorlijk bouwwerk op zich zelf zal zijn en als silhouet in het stadsbeeld aan redelijke eisen zal voldoen’.
De ornamentering moest volgens Hornix slechts voortkomen uit de constructieve vormgeving.

In het tijdschrift ‘Water’ werd opgemerkt dat de luxueuze bouw en aanleg van het omliggende terrein twijfel deed rijzen of hier wel voldoende rekening was gehouden ‘met den nood van dezen tijd’. Nederland was nog in de greep van de Crisis. Er werd enigszins zuinig gekeken naar het parkje om de toren, het aparte trappenhuis en de belvédère met glazen koepel. Hornix pareerde deze kritiek met de uitspraak dat de watertoren een voornaam accent in het mooie silhouet van Breda zou vormen en dat daarom aan de vormgeving de uiterste zorg moest worden besteed. ‘De watertoren is een belangrijk gemeentelijk gebouw, evenals een raadhuis en school, en heeft als zodanig in de standing van Breda als gemeente bij te dragen’.

De constructieve delen van de toren zijn van gewapend beton. De torenruimte en omloop zijn in handgevormde steen van roodbruine kleur ommetseld. ‘Het is mijns inziens een eis voor dergelijke belangrijke bouwwerken, dat de overige gebruikte materialen van edele natuur zijn’, aldus Hornix in zijn toespraak bij de opening in 1935. Het hardsteen is van Zweeds graniet, de ramen en deuren zijn van staal, terwijl de lantaarn met koper is afgedekt. Het werk is uitgevoerd door het Bredase bedrijf I.B.G.
Boven de ingang van de toren is na de opening een beeldhouwwerk met een uitgebreide tekst aangebracht, uitgevoerd door de Bredase beeldhouwer Gerard van Aalst. Verder naar boven bevindt zich een beeldhouwwerk van de engel uit het Bredase stadswapen, met de gemeentewapens van Breda en Oosterhout. Het wapen van Oosterhout slaat waarschijnlijk op de prise d’eau in Dorst. Ook dit beeldhouwwerk is uitgevoerd na de opening, in 1936.

De stedenbouwkundige situatie…
Hornix heeft bijzonder veel aandacht besteed aan de stedenbouwkundige inpassing van de watertoren. De toren was gepland in de Belcrum, toen de enige wijk van Breda ten noorden van de spoorlijn. De watertoren in het Wilhelminapark stond meer centraal, bij het centrum van Breda. Ginneken had een eigen waterleidingbedrijf met een watertoren aan de Ulvenhoutselaan (sedertdien afgebroken).
‘De plaats van den watertoren was (..), mede rekening houdende met de plaats van verschillende torens in de nabijheid, zodanig gekozen, dat het silhouet van den toren geen afbreuk aan het algehele silhouet van de stad zal doen’, aldus Hornix.

Een parkje met vijver….
Op het terrein om de watertoren legde men een klein park aan, ter grootte van 3.700 m2. Het bestaat uit een vijver met grastalud met een keermuur van 48 meter lengte. In de trottoirs zijn flagstonetegels verwerkt. De vijver was tevens bedoeld voor de overloop van de watertoren. Het eerste schetsje voor het parkje is al gemaakt in september 1933. Hornix was dus al vanaf het begin bezig met de inpassing van de toren in de omgeving. De directeur van de Lichtbedrijven en Waterleiding pruttelde wat tegen. Hij vond de vijver niet nodig, duur in aanleg en onderhoud, het terrein rond de toren te groot, kortom een onnodige geldverspilling.

De toekomst van de toren.
Onder de noemer “Te Gast in de Toren” heeft SOAB, adviesbureau voor woning en leefomgeving, de toren in 2001 aangekocht en een ingrijpend maar het gebouw respecterend herbestemmingsplan ontworpen. Het bureau adviseert en begeleidt in ontwikkelingen op het gebied van strategie, coördinatie, verkeer en milieu en architectuur en bouw. Sinds 2002 heeft zij haar kantoor gevestigd in de watertoren, nadat Aannemersbedrijf Rasenberg B.V. een grondige renovatie heeft uitgevoerd.

Bron: Stadsarchierf Breda.